Post 7.16
Naam: Al Yatun
Locatie:
1) (Frenchbatt): enkele kilometers westelijk van Haris, aan de
doorgaande weg.
2) (Dutchbatt): anderhalve kilometer oostelijk van Haris, aan de weg
van Haris naar Tibnin (zie kaartje).
Functie:
Roadblock op de weg Haris-Tibnin.
Huisvesting Delta-cie (aanvullingsdetachementen-cie) en later de
verzorgings-cie.
Bezetting:
Ruim 100 man van de Delta- c.q. de verzorgingscie (waaronder het
geniepeloton), inclusief het stafwachtpeloton.
Vanaf april 1979 ook een peloton Libanese soldaten. Na 1980 ligt er
ca. 180 man op Al Yatun: onder andere de genie, verbindingsgroep,
veldpost, verkenners (vanaf januari 1980) en het stafwachtpeloton.
Subposten/roadblocks:
7.16A en 7.16B, roadblock op de weg Haris-Tibnin.
Beschrijving/huisvesting:
Bij aankomst op 10 maart 1979 alleen tenten, een boerderij en een
tweetal schuren. Direct na aankomst is begonnen met bouwen van grote
prefabs. Als eerste de ziekenzaal, daarna de kantine en vervolgens
twee legeringsprefabs. Ook werd in totaal een viertal 4-persoons
prefabs neergezet voor het kader. Najaar 1979 volgden een nieuwe
kantine annex kekuken. In 1980 weer twee prefabs, waarvan er een in
1982 afbrandde.
Op het terrein stond ook een boerderij die in gebruik was als
kantoor, wapenkamer + magazijn en bar + eetzaal voor het kader.
Verder stond er aan de zuidkant van de weg een loods t.b.v. de COG.
Achter de boerderij was een portocabin geplaatst met een
relaisstation voor het motorola-netwerk van Unifil, compleet met
zendmast. Nog voor het vertrek van Dutchbatt werd dit relaisstation
verplaatst naar de top van de heuvel, waarn heden ten dage nog
steeds een zendmast staat.
Noordwestelijk van de boerderij was de voormalige eetzaal van de
Fransen, die door het geniepeloton in gebruik werd genomen als
magazijn en werkplaats. In een later stadium werd deze schuur
vervangen door een nieuwe magazijnloods.
Geschiedenis
Voor Dutchbatt:
Al Yatun was al bij de Fransen in gebruik en had toen nummer 7.15. Welk
onderdeel van Frenchbatt hier gelegerd was, is onbekend. Post 7.16
bestond onder Frenchbatt ook al, maar was westelijk van Haris gelegen, aan
de weg naar Quana.
Dutchbatt/Dutchcoy:
Op 27 februari 1979 arriveerden de eerste kwartiermakers van
Dutchbatt op Al Yatun. Omdat de Fransen de post zelf nog in gebruik
hadden, richtten de kwartiermakers hun kamp in op een vlak terrein
op de oostelijke flank van de heuvel.
Met de komst van de Nederlandse hoofdmacht vertrok de bulk van de
kwartiermakers en nam de Delta-compagnie geleidelijk aan haar intrek
op 7.16. Op 14 maart 1979 vertrokken de laatste Fransen.
Naast de Delta-compagnie waren ook enkele onderdelen van de SSV-cie
(de ziekenzaal van de BHV en de BEVO) hier voorlopig gehuisvest. In
de loop van het voorjaar vertrokken ook deze onderdelen naar een
definitieve huisvesting in Haris.
Kort na aankomst van Dutchbatt verbleek ook een kleine groep Iranese
soldaten voor korte tijd op Al Yatun, in afwachting van hun
repatriering naar huis. Hun voertuigen stonden nog enige tijd
geparkeerd in het voormalige kwartiermakerskamp, maar werden later
ook gerepatrieerd.
Vanaf april 1979 werd een peloton Libanese troepen gelegerd op Al
Yatun. In mei van dat jaar werd, in het kader van de grootscheepse
reorganisatie van het bataljon, de Delta-compagnie opgeheven. De
meeste manschappen van de 'Delta' gingen op in de nieuw gevormde
verzorgingscompagnie. Op Al Yatun werd vanaf nu ook het zogenaamde
stafwachtpeloton gelegerd, dat de patrouille- en bewakingstaken in
het gebied van de staf- en de verzorgingscie verzorgde.
IN 1980 werden de appelplaats en het parkeerterrein op Al Yatun
geasfalteerd. Ook volgde, ergens na 1979, de afsfaltering van de weg
Haris-Tibnin.
Na Dutchbatt/Dutchcoy
Met de terugtrekking van Dutchbatt werden de compagniesvakken van de
Alpha, de PaOst, de Staf- en de Verzorgings-compagniën verdeeld over
de andere deelnemers aan Unifil. Al Yatun werd met ingang van
oktober 1983 de thuisbasis van de Ierse verkenningscompagnie.
Al vrij snel na de aankomst van de Ieren werd het gebied ten zuiden
van de weg Haris-Tibnin afgestoten. De locatie van de voormalige GOC
viel daarmee buiten het kamp. Het terrein was nu ook voorzien van een
stevige prikkeldraadomheining.
Omstreeks januari 1995 lijkt het er, gelet op het symbooltje op de
kaart, op dat het hoofdkwartier van Irishbatt werd verplaatst van
Tibnin naar Al Yatun. Omdat de Ieren rond 2001 hun bataljon
terugtrokken, kreeg Al Yatun nieuwe bewoners. Vanaf nu waren er
troepen van Ghanbatt gehuisvest (Ghanbatt HQ! was sinds 2002
gehuisvest in Tibnin).
In de Ierse of Ghanese periode wered Al Yatun voorzien van
een betonnen muur (T-wall: zie foto van Robbie ONeill) langs de weg en werd om de rest van het
kamp een 1 á 2 lagen hoge hescon-wall opgetrokken.
Tussen 2007 en 2009 is Al Yatun overgenomen door een Maleise
eenheid.
Nu (vanaf 2010):
Al Yatun is bemand door een gemengd Maleise/Bruneise eenheid.
Bovenop de heuvel staat nog steeds een zendstation dat (in 2010)
bemand wordt door Italianen.
Verder is er op Al Yatun een installatie voor de productie van
drinkwater geplaatst. Waterwagens van ondermeer de
Belgisch/Luxemburgse eenheid in Tibnnin komen hier hun water halen.
Bezoekmogelijkheden:
Het is over het algemeen mogelijk om Al Yatun te betreden. Soms
vraagt dit echter wat geduld en moet je een poosje inpraten op de
wacht.
De top van de heuvel, met het Italiaanse zendstation, mag niet
betreden worden (de Italianen doen een beetje moeilijk).
Als je bij een eerste keer dat je langskomt aankondigt dat je op een
latere dag terugkomt, is het betreden een stuk makkelijker.
Men is vriendelijk, maar de meeste militairen spreken weinig of geen Engels.